De T van TOETJE

Iedereen weet dat er niet zoiets bestaat als een reclameklassieker met een T. Toch kreeg ik de letter toebedeeld. Waar moest ik het over hebben? Toyota? TomTom? Telefunken? Tele2? Alles goed en wel en bravo (hoewel dat zwarte schaap onverdoofd geslacht mag worden), maar hier zijn geen klassieke campagnes in het geding.
Wel kan ik over iets anders met een T schrijven: over Toetjes. Om preciezer te zijn: over het Mona-toetje. Mona was het merk dat Melkunies kersverse marketingtak in de jaren zeventig geboren liet worden. Iedereen die wel eens te maken heeft gehad met coöperatieve melkfabrieken, moet hiervoor diep respect hebben. Melkfabrieken waren het eigendom van gereformeerde boeren die nooit lachten en maar aan twee dingen dachten: hun liters en hun literprijs. In het midden van die klotsende melkzee is er kennelijk iemand opgestaan die de coöperatieve calvinisten overtuigde geld vrij te maken om uit te zoeken wat consumenten lekker vonden. Die man (nog geen vrouw, denk ik) heeft bij mijn weten nooit een lintje ontvangen. Maar hij heeft ons wel het Mona-toetje geschonken. En vooral: het besef dat zuiveltoetjes met enige krankzinnigheid gebracht moeten worden.
De eerste campagne had als thema: ‘Doe eens een toetje na, waarbij allerlei mensen allerlei rare gezichten trokken. Geen campagne om nu meteen klassiek te noemen, maar de eerste koe was over de dam. We herinneren ons fluitende aardbeien en opduikende bananen. En recentelijk een mannetje dat rare dingen doet met puddingbakjes.
Maar nogmaals: mijn vermelding gaat niet naar de Mona-toetje-campagnes zelf, hij gaat vooral naar wat ze veroorzaakt hebben. Hadden we zonder het Mona-toetje ooit de Melkunie-koeien gehad? En die gestoorde Yogho-Yoghocommercials? Goed, die waren voor Friesche Vlag Campina, maar die fusie met Melkunie was natuurlijk niet voor niets. Ik bedoel maar.

*Harry Obdeijn werkte als copywriter
onder meer bij FHV, PMSvW en JWT.

Klik hier voor de column in pdf