ReclameArsenaal ontfermt zich over reclamehistorisch erfgoed RAI

De stichting het ReclameArsenaal gaat zich ontfermen over het reclamehistorisch erfgoed van de RAI. Dat hebben partijen deze maand afgesproken. Ruim 400 rollen affiches uit de periode ca. 1968-2000 en ca. 25 oude affiches uit het RAI-complex zelf zullen door het ReclameArsenaal worden geïnventariseerd, beschreven, geconserveerd en gedigitaliseerd. Het gaat o.a om affiches met aankondigingen voor bekende evenementen als Firato, Hiswa, Auto-RAI, Caravan-RAI, Bedrijfsauto-RAI en de Internationale Huishoudbeurs.

De collectie zal worden overgebracht naar het bufferdepot van het ReclameArsenaal in het Internationaal Instituut voor Sociale Gechiedenis te Amsterdam. Voor de conservering van de collectie wordt samengewerkt met papierrestaurateur Jan Snoek uit Voorschoten, die al eerder voor het ReclameAresenaal affiches onder handen nam. Uiteindelijk zullen de RAI-affiches via de website van het ReclameArsenaal kunnen worden geraadpleegd. Daar bevinden zich nu al zon 200 RAI-items uit de eigen collectie van het ReclameArsenaal. Het is de bedoeling dat alles in 2006 gereed is.

In een later stadium zullen ook de ongeveer 180 RAI-affiches periode uit de periode ca. 1900-1960 worden ontsloten. Deze affiches worden bewaard in het Gemeentearchief Amsterdam (GAA).

250 nieuwe aanwinsten 

Kort geleden heeft het ReclameArsenaal ca. 250 nieuwe items aan haar database toegevoegd, waardoor het totaal aantal afbeeldingen is gestegen naar ruim 19.000.

Eén van de nieuwe aanwinsten is dit hoogst zeldzame affiche voor de N.V Cigarettenfabriek H.D Mac Gillavry op Java, aan het begin van de 20ste eeuw vervaardigd door de kunstenaar Willem van Konijnenburg (1868 -1943). De treffende afbeelding van een Europeaan in rokkostuum en een Javaanse sultan tezamen genietende van een cigaret toont duidelijk hoe de Java cigarettes van Mac Gillavry in die begindagen van de sigarettenconsumptie in de eerste plaats voor welgestelden waren bedoeld.  Van Konijnenburg was goed bevriend met de Haagse thee- en kinahandelaar Frits Kok. Mogelijk verkreeg hij de opdracht voor het affiche via de (handels)contacten van Kok op Java. Al eerder had van Konijnenburg beroemd geworden affiches voor de Rotterdamse scheepvaartonderneming Fop Smit gemaakt.

Henry Donald Mac Gillavry was omstreeks 1905 op Java, vermoedelijk in Soerabaja, zijn Cigarettenfabriek begonnen. Fabriek was een groot woord: zoals de foto laat zien, werden de sigaretten door baboes met de hand gerold. Geheel rechts zit de trotse eigenaar, bezig met de administratie van de productie. Aan beide muren hangt het affiche. De foto is afkomstig van een kleinzoon van Mac Gillavry. In 1978 gaf deze een afdruk van de foto aan de Amsterdamse verzamelaar Werner Löwenhardt. De collectie Löwenhardt werd in 2001 eigendom van het ReclameArsenaal.

Samenwerking ReclameArsenaal en vakblad Creatie 

De stichting het ReclameArsenaal en het blad Creatie, een uitgave van de Adormatiegroep te Amsterdam, gaan samenwerken. Het ReclameArsenaal gaat voor het maandblad gegevens van Nederlandse reclamecampagnes verwerken.  RTV-commercials, beeld, credits en doel van campagnes worden in de database van de Adformatiegroep opgeslagen. Tot nu toe gebeurde de bewerking van de gegevens door medewerkers van Creatie zelf.

Creatie bestaat sinds 2004 en is een vakblad voor creatie van commerciële communicatie. Naast diverse artikelen en rubrieken geeft Creatie een overzicht van creatieve campagnes uit binnen- en buitenland. Maandelijks maakt de redactie een selectie uit het beste werk van de afgelopen periode. Hierbij komen zoveel mogelijk creatieve disciplines aan bod.

Behalve in het blad kunnen de gegevens via www.creatie.nl worden geraadpleegd. Na vijf jaar zullen de gegevens ook worden toegevoegd aan de database van het ReclameArsenaal. Hoewel het uitsluitend om digitale gegevens en niet om de uitingen zelf gaat, beschouwt het ReclameArsenaal de samenwerking als een stap van formaat in het behoud en beheer van het erfgoed van de Nederlandse reclame.

Monografie en expositie affiches Dolly Rudeman  

Op 23 september 2005 is in het Filmhuis Den Haag het boekje ‘Pionier van het Nederlandse filmaffiche Dolly Rudeman (1902-1980)’ gepresenteerd. Tegelijkertijd heeft de Haagse wethouder van Cultuur en Financiën een tentoonstelling geopend over het werk van Rudeman in De Affiche Galerij van de Haagse tramtunnel.

e publicatie is het vijfde deel in de reeks monografieën van het ReclameArsenaal. De publicatie gaat over het leven en werk van Dolly Rudeman, de enige vrouw in Nederland die vanaf het midden van de  jaren ’20 filmaffiches ontwierp. Zij maakte honderden uitingen vol beweging en kleur. Rüdemanns werk kon op veel aandacht in de pers rekenen, onder meer in het vermaarde kunstijdschrift Wendingen. Van haar honderden filmaffiches leek een groot deel verloren gegaan, maar zon 120 affiches, die Rüdemann tussen 1926 en 1935 maakte, zijn bewaard gebleven. Hiervan zijn er bijna 90 full colour in het boek afgebeeld.

Het boek is geschreven door de filmaffichekenners Bastiaan Anink en Paul van Yperen en uitgegeven door VK Projects, Laren.

Verkrijgbaar in de boekhandel en bij het ReclameArsenaal à € 15,-

Omslag boek met uitsnede uit het affiche van de actrice Gloria Swanson in de film ‘Regen’ uit 1928.

E18-0136, 19-09-2003, 14:19, 8C, 9778×5580 (872+5919), 150%, affischebasis, 1/60 s, R88.0, G48.0, B47.5

Dolly Rudeman brak in september 1926 door met dit expressieve affiche voor de beroemde Russische avantgardefilm Potemkin van Sergei Eisenstein die gelijktijdig in de Haagse bioscopen Flora en Passage werd vertoond.

70 jaar Historisch Reclamearchief ontsloten

Vanaf vandaag kan iedereen erin grasduinen: in de ruim 15 meter historisch archief van het Genootschap voor Reclame, opgericht in 1927. Het materiaal is het afgelopen jaar in opdracht van het ReclameArsenaal bewerkt door medewerkers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. De documenten uit de periode 1927 tot ca. 1990 zijn nu geïnventariseerd en opgeborgen in 689 inventarisnummers en 129 archiefdozen.

DE COMPLETE INVENTARIS IS OPVRAAGBAAR VIA DE BIBLIOTHEEK IN HET KENNISCENTRUM OP DEZE WEBSITE; KAN DAAR OOK ALS PDF WORDEN GEDOWNLOAD.

Tegelijkertijd met de inventaris worden nu ook de twaalf artikelen over het 75 jarig bestaan van het GvR op de site gepubliceerd. De artikelen werden in 2002 geschreven door Dolf Hell en staan in de rubriek ´artikelen` van het kenniscentrum.

De geschiedschrijving van de Nederlandse reclame moest het tot nu vrijwel zonder archieven en ander primair bronnenmateriaal doen. Reclamearchieven zijn zeldzaam. Het boek ‘Geschiedenis van de reclame van Nederland’ van Wilbert Schreurs (2002), stoelt dan ook noodgedwongen voornamelijk op secondaire literatuur, vakbladen en ‘oral history’. Met de ontsluiting van het GvR-archief is een belangrijke stap gezet om deze leemte in het bronnenmateriaal te verkleinen. Het archief bevat bestuursnotulen, jaarverslagen, verslagen van Reclamecongressen, commissies, dossiers over reclamevakonderwijs, correspondenties, stukken over de begintijd van de TV-reclame, alsook de correspondenties aangaande het zogenoemde slagzinnenregister, vanaf het prille begin in de jaren ´30.


Jhr. Andringa De Kempenaer, legendarisch GvR-voorzitter van 1953 tot 1964

Aan de basis van het GvR stond een in oktober 1923 opgerichte “Vereniging voor Reclame” onder leiding van H.H Behrens, Han Coppens, G. Dekker, de econoom Dr. H.M Hirschfeld (later dé topman van het ministerie van Economische Zaken), reclameman B. Knol, Levie Levisson (directeur van de NV Rotogravure Maatschappij in Leiden), H. van de Masch Spakler en de ontwerper Machiel Wilmink. De naam van de vereniging werd in februari 1927 gewijzigd in “Genootschap voor Reclame” en vanaf juni dat jaar verschenen de eerste GvR-maandberichten. In januari 1928 werd het vakblad ‘De Reclame” het officieel orgaan van het genootschap.

Tot de leden van het eerste uur behoorden o.a D. Brattinga van Steendrukkerij de Jong & Co te Hilversum (vader van de onlangs overleden ontwerper en ADCN-oprichter Pieter Brattinga). Maar ook namen van kunstenaars en ontwerpers als Vilmos Huszar, Louis Kalff, Piet van der Hem en Bernard van Vlijmen komt men er tegen. En diverse dagbladuitgevers en drukkerijen en vertegenwoordigers van bedrijven als Johan Enschedé, Philips, biscuitfabriek Patria, kledingconcern Gerzon, Stoomvaart Maatschappij Nederland, Calvé, Remaco, Citroën, Bührman, Sluis’ Pluimvee & Vogelvoederfabrieken, Bataafsche Petroleum Maatschappij, de Nederlandse Spoorwegen, kledingbedrijf Hirsch & Cie. en reisbureau Lindeman.

Bekende persoonlijkheden zoals Jhr. Willem Sandberg, de latere directeur van het Stedelijk Museum, maakten voor de Tweede Wereldoorlog deel uit van het bestuur van het genootschap. Maar ook grootindustriëlen al Anton Philips en Fentener van Vlissingen van de Steenkolen Handelsvereniging (SHV) waren betrokken bij het genootschap. Zij maakten in die jaren deel uit van het curatorium dat toezag op het toenmalige, door het PBNA georganiseerde reclamevakonderwijs. Dat deden ze samen met de latere ministerpredisdent Dr. E. J de Quay, destijds hoogleraar bedrijfsleer en psychotechniek Katholieke Hogeschool te Tilburg en ook enige tijd adviseur “voor toegepaste psychologie, reclame, marktonderzoek en bedrijfsorganisatie” bij confectiebedrijf C & A.

Interessant is ook dat het genootschap zich volgens haar statuten uit 1955 lange tijd behalve met de economische ook met de “esthetische en ethische” kant van de reclame wilde bezighouden.

Met de ontsluiting van het archief is een belangrijke bron voor de Nederlandse reclamegeschiedschrijving toegankelijk geworden. E.e.a kon worden gerealiseerd dankzij een eigen bijdrage van het ReclameArsenaal en financiële steun van het Prins Bernard Cultuurfonds en van het GvR, Centrum voor Marketing Communicatie te Amsterdam.

70 jaar Historisch Reclamearchief GvR ontsloten

Vanaf vandaag kan iedereen erin grasduinen: in de ruim 15 meter historisch archief van het Genootschap voor Reclame, opgericht in 1927. Het materiaal is het afgelopen jaar in opdracht van de stichting het ReclameArsenaal bewerkt door medewerkers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. De documenten uit de periode 1927 tot ca. 1997 zijn nu geïnventariseerd en opgeborgen in 689 inventarisnummers en 129 archiefdozen.

De complete inventaris is beschikbaar de website van de stichting, www.reclamearsenaal.nl.Daar kunnen nu ook de twaalf artikelen worden geraadpleegd die Dolf Hell in 2002 over het 75 jarig bestaan van het GvR schreef (sinds 1999 heet de organisatie ‘GvR, Centrum voor Marketing Communicatie).

Meer informatie: zie rubriek ‘Nieuws’ op deze site

Monografie en expositie affiches Dolly Rudeman

Op 23 september 2005 is in het Filmhuis Den Haag het boekje ‘Pionier van het Nederlandse filmaffiche Dolly Rudeman (1902-1980)’ gepresenteerd. Tegelijkertijd heeft de Haagse wethouder van Cultuur en Financiën een tentoonstelling geopend over het werk van Rudeman in De Affiche Galerij van de Haagse tramtunnel.

De publicatie is het vijfde deel in de reeks monografieën van het ReclameArsenaal. De publicatie gaat over het leven en werk van Dolly Rudeman, de enige vrouw in Nederland die vanaf het midden van de  jaren ’20  filmaffiches ontwierp. Zij maakte honderden uitingen vol beweging en kleur. Rüdemanns werk kon op veel aandacht in de pers rekenen, onder meer in het vermaarde kunstijdschrift Wendingen. Van haar honderden filmaffiches leek een groot deel verloren gegaan, maar zon 120 affiches, die Rüdemann tussen 1926 en 1935 maakte, zijn bewaard gebleven. Hiervan zijn er bijna 90 full colour in het boek afgebeeld.

Het boek is geschreven door de filmaffichekenners Bastiaan Anink en Paul van Yperen en uitgegeven door VK Projects, Laren.

Verkrijgbaar in de boekhandel en bij het ReclameArsenaal à € 15,-


Dolly Rudeman brak in september 1926 door met dit expressieve affiche voor de beroemde Russische avantgardefilm Potemkin van Sergei Eisenstein die gelijktijdig in de Haagse bioscopen Flora en Passage werd vertoond.

Archief Paul Mertz naar  ReclameArsenaal 

Het reclamearchief van Paul Mertz gaat, in fasen, naar het ReclameArsenaal. Mertz is al  bijna een halve eeuw reclameman in hart en nieren, eerst bij NPP,  toen bij Prad (1960-1984) en sinds 1984 als zelfstandig communicatie-adviseur. Zijn ca. 18 meter archief beslaat vooral deze laatste periode.

De laatste twintig jaar maakte hij advertentie- en radiocampagnes voor klanten als Koninklijke Auping, Nederlandse Gasunie, Het Financieel Dagblad, Theodoor Gilissen Bankiers en voor tal van culturele instellingen waaronder veel musea. (De Nieuwe Kerk, Amsterdams Historisch Museum, Mauritshuis, Joods Historisch Museum, Stedelijk Museum Amsterdam, Cobra museum, maar ook partijen zoals het Noorder Dierenpark).

Behalve de dossiers en uitingen voor deze (en andere) adverteerders bevat het archief tekeningen en werktekeningen voor de legendarische Joris Driepinter campagne (gestart rond 1965). Daarnaast zijn er zon vijftig lezingen met illustratiemateriaal die hij tijdens zijn carrière op diverse podia heeft gehouden. Ook zijn collectie Nederlandse verpakkingen en vakliteratuur gaat naar het ReclameArsenaal. Met de overdracht van het archief blijft een rijke bron voor de recente Nederlandse reclamegeschiedenis behouden.

Jan Lavies (1902-2005), affichekunstenaar van de 20ste eeuw, overleden

Hij heeft de 21ste eeuw ruimschoots gehaald, de op 4 januari j.l overleden, in Den Haag geboren affichekunstenaar Johannes Fredrik Lavies. Met zijn overlijden is de laatste der Mohanikanen van de Nederlandse commerciële affichekunst heengegaan.

Jan Lavies in Nederlands-Indië, ca. 1928

Hij laat een rijk oeuvre na van bijna 100 affiches, tal van folders, boekomslagen, kalenders, kleurboeken, menukaarten en illustraties dat in zo’n 55 jaar (1922-1978) tot stand kwam in opdracht van tientallen bedrijven. Vooral zijn werk uit de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw kende vele hoogtepunten, uitgevoerd in een zwierige, optimistische stijl en met een opvallend helder kleurgebruik.

Ons plan, een Tatraplan, 1951; affiche, 85 x 65 cm

Aan het begin van de 20ste eeuw bezocht Jan Lavies de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag met de bedoeling om tekenleraar te worden, maar het reclamevak trok hem meer. Al in zijn academietijd maakte hij affiches en ander drukwerk en in 1923 stapte hij op de boot naar Amerika, het mekka van de moderne reclame. Binnen een jaar was Lavies, vele ervaringen rijker weer terug en besloot in 1925 in Nederlands-Indië te gaan werken. Op Java maakte hij tentoonstellings-stands, toneeldecors, folders en kofferetiketten voor hotels en advertenties en affiches voor importfirma’s. Belangrijke opdrachtgevers waren de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (K.P.M.), General Motors, de Japanse firma Daishin, Shell en de weekbladen d’Oriënt en Sport in Beeld. In Singapore werkte hij voor ‘The Progressive Publicity Company’, maakte advertenties voor Chinese bladen in Singapore en Hongkong, folders voor Shell, Singapore Rubber Works, Dunlop Banden en The Adelphi Gazette.

In 1932 keerde Jan Lavies terug naar Nederland. Via de Haagse drukkerij Smulders verwierf hij spoedig veel opdrachten, o.a voor de Haagse sigarettenfabrikant Laurens Tobacco (Caballero), de Rijksverzekeringsbank, de Exploitatie Maatschappij Scheveningen (EMS) en de N.V.Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Mij. Bekend werden ook een affiche voor de Wereld Jamboree (1937) en omslagen voor de King Atlas. Een meer dan opmerkelijk werk uit deze periode is zijn affiche uit 1934 voor ‘Pfeffermuhle, de beroemde, Duitse anti-nazi cabaretgezelschap onder leiding van Erika Mann.

Omslag Autokampioen, 1937; het beeld was in eerste instantie een affiche voor Shell.

Tijdens de oorlog hield Lavies zich onder meer bezig met het opknappen van schilderijen en maakte hij nog twee affiches voor de Winterhulp. Ook vervalste hij persoonsbewijzen. Direct na bevrijding in 1945 was hij weer aan de slag met affiches voor de broodfabriek Van der Meer & Schoep, omslagen voor het blad Succes, affiches voor de Jaarbeurs en met een serie sluitzegels ter viering van het 700-jarig bestaan van Den Haag.

Jan Lavies bezig met affiche voor VVV Scheveningen, ca. 1954

Veel opdrachtgevers van vóór de oorlog klopten ook weer aan. Het was een optimistische tijd en Lavies zijn stijl kreeg meer glamour. Dat is duidelijk te zien in affiches voor de firma Autopalace, importeur van de Tsjechische automerken Skoda en Tatra en in tal van de sigarettenaffiches waarin vrouwen een prominente rol vervullen. Intussen werd de Holland-Amerika Lijn (HAL) zijn belangrijkste opdrachtgever. Voor deze rederij maakte hij vele omslagen voor menukaarten, wijnkaarten, barlijsten en muziekprogramma’s voor de gasten op de schepen.

In 1997 verscheen over Lavies, onder auspiciën en op initiatief van het ReclameArsenaal, een Engelstalige monografie met een uitgebreid overzicht van zijn leven en werk. In de collecties van het ReclameArsenaal bevinden zich bijna 50 affiches van de hand van Lavies, een paar showkaarten en enig klein drukwerk.

Schenking Herman Nijgh

Onlangs ontving het ReclameArsenaal uit de nalatenschap van de schrijver en dichter Lennart Nijgh enkele affiches, drukwerk, fotos en andere materialen van zijn vader, de ontwerper Herman Nijgh (1909-2000). Herman Nijgh studeerde aan de Reimannschule in Berlijn en aan het Golden College of Art in Londen. Hij maakte in de periode voor de Tweede Wereldoorlog enkele opmerkelijke reclames, waaronder een affiche voor de PTT over bellen in Europa.

De schenking zal in 2005 worden geregistreerd en aan deze website worden toegevoegd. 

E17-0303, 31-07-2003, 12:20, 8C, 8254×5116 (2005+5728), 150%, affischehard, 1/60 s, R80.0, G41.7, B40.6

PTT, 1938, affiche 60 x 84 cm

ReclameArsenaal in top 5 Virtuele Musea 

Onderzoek van het Historisch Nieuwsblad naar de kwaliteit van historische websites.

Het ReclameArsenaal is terug te vinden in de top 5 ‘Virtuele Musea naast het Rijksmuseum, het Amsterdamsch Historisch Museum, De Anne Frank Stichting, en het Persmuseum. Er werden 25 “uitstekende” websites op basis van informatiewaarde en gebruikersvriendelijkheid geselecteerd en onderverdeeld naar de categorieën beeldbanken, thematische sites, virtuele musea en buitenlandse sites.

Het oordeel: “De website is uiterst modern en biedt enorm veel kijk- en leesvertier. Het virtuele museum, dat een reis maakt door de reclamewereld van 1870 tot en met 2002, is een echte aanrader. Vooral de acht straattaferelen met klikbare reclameaffiches zijn erg leuk. Naast het tonen van beeldmateriaal besteedt de site ook veel aandacht aan de geschiedenis van reclame.”